Herinneringen aan twee maal een potje tennis.

Het is een jaar of wat geleden dat we voor de clubkampioenschappen een heren dubbel moesten spelen tegen twee begin/midden dertigers. Deze twee speelden altijd samen. Was het niet met elkaar, dan wel tegen elkaar. Een heus duo in alle opzichten. Het werd een spannende strijd, als ik me goed herinner in drie sets. Wij wonnen, tot groot genoegen van ons zelf maar tot grote teleurstelling van onze tegenstanders. In hun ogen hadden ze zojuist verloren van twee mannen die al hard op weg waren bejaarde grijsaards te worden. Grijs waren we in elk geval al wel. Bij het feliciteren, dan wel danken voor de leuke partij en handen schudden over het net, spraken wij ze lachend toe met de woorden: gun ons deze overwinning nu, met de volgende clubkampioenschappen vegen jullie ons van de baan. Dit vooruitzicht bracht zichtbaar troost. Het verlies werd als mannen gedragen, en we hieven gezamenlijk enkele glazen. Tot zo ver de eerste deel van dit verhaal.

Twee jaar later zette de wedstrijdcommissie deze wedstrijd opnieuw op het programma. Zij iets verder in de dertig, wij een paar stappen dichter bij de bejaarde status en enkele tinten grijzer. Het was vrijdag avond en al behoorlijk laat. Dit gaf niks want wij zouden toch van de baan geveegd worden. Het liep echter anders. Toen om 11 uur de lichten uit moesten hadden we precies twee sets gespeeld, allebei één gewonnen. De setstanden herinner ik me niet meer, maar wel dat het erg close was. We moesten naar huis en naar bed, de volgende dag gingen we verder. Op baan 3. Ons werd een vluggertje in het vooruitzicht gesteld, die verloren set van gisteren was tenslotte een vergissing. Alweer fout. Het werd een spannende strijd die telkens in het voordeel van de ander kantelde. Goed geraden, deze derde set mondde uit in een tie-break. Opnieuw spannend en opnieuw wisselend voordeel dan weer voor de dertigers, dan weer voor de bejaarden. Langzaam werd het duidelijk dat de winnaar niet genoeg zou hebben aan zeven punten. Hoeveel punten er uiteindelijk nodig waren deze tie-break te winnen weet ik niet meer maar de definitieve ommekeer was een streep langs de lijn van de jongste dertiger. Het pleit was beslecht, wij hadden ons uiterste best gedaan, maar zij wonnen. Even was het diep slikken, we zaten er zo dichtbij. Maar het zien van de geweldige vreugde uitbarsting aan de andere kant van het net gaf ons het gevoel dat verliezen soms ook mooi kan zijn. Wie die tegenstanders waren? Peter Brondijk en Gerald Bos. Helaas, tot ons grote verdriet is Gerald niet meer onder ons en zal het nooit meer tot een derde editie komen, waarin we overigens volkomen kansloos geweest zouden zijn.

Mede namens Bertus Sibon,

Frank Viester